dinsdag 23 juni 2009

Wiek

Een van de vier locatievoorstellingen van de komende editie van het Zeeland Nazomerfestival is de dansproductie Wiek van Boukje Schweigman. Deze ging afgelopen week op Oerol in première en reist de komende maanden langs diverse festivals in het land (speellijst).

Onderstaand filmpje geeft al een aardige indruk van wat we in september kunnen verwachten in Zeeland, waar Wiek wordt opgevoerd bij de windmolens in de Koegorspolder bij Terneuzen. De bijzondere muziek van de voorstelling is geschreven door de Middelburgse componist Douwe Eisenga en is deze week op cd uitgebracht door Zefir Records.


dinsdag 9 juni 2009

Kunst langer in Hongersdijk



Mooi: de tentoonstelling Land, art in de Zeeuwse Wilhelminapolder is verlengd en wel tot 12 juli. Mooi, omdat het een tentoonstelling is die het bezoeken waard is, terwijl ik me tegelijkertijd kan voorstellen dat nog niet iedereen de weg erheen heeft gevonden (zie voor kaartje en route- beschrijving onderaan dit bericht). Op het moment dat ik er kwam, was het er in elk geval buitengewoon rustig en ik begreep dat dat een gebruikelijk beeld is.

De expositie, eind april geopend door koningin Beatrix, is onderdeel van de viering van het 200-jarig bestaan van de Koninklijke Maatschap Wilhelminapolder en opgezet door CBK Zeeland. Vijf kunstenaars brengen in hofstede Hongersdijk 'de maatschappelijke, economische, politieke en culturele dimensies van het landschap' in beeld: Maartje Korstanje, Kultivator, Dirk Zoete, Eva Fiore Kovakovsky en Tue Greenfort. Niet altijd even toegankelijk, maar wel intrigerend, waarbij ik vooral weer geboeid was door het werk van Maartje Korstanje.

Ook zijn in het 'kunststation', zoals de hofstede is gedoopt, de vier schetsontwerpen te zien van een permanent land art-project in de Wilhelminapolder, waaronder het winnende voorstel van Michael Beutler.

Openingstijden: woensdag t/m zondag, 13.00-18.00 uur.

Locatie expositie:


View Hongersdijk in a larger map

donderdag 4 juni 2009

Schoot museum te ver door?


Het is vandaag precies twee jaar geleden dat het Zeeuws Museum in Middelburg werd heropend, na ruim zeven jaar gesloten te zijn geweest en na een intensieve verbouwing.

Het resultaat blijft de gemoederen bezighouden, zeker sinds geestelijk vader Valentijn Byvanck promoveerde tot directeur van het toekomstige Nationaal Historisch Museum in Arnhem, waar hij nu onder (politieke) vuur ligt en zich moet verweren tegen verwijten zoals 'postmoderne hutspot'. Eerder kraakte het Historisch Nieuwsblad Byvancks Middelburgse erfenis. Tegelijkertijd oogstte het museum ook veel lof en prestigieuze prijzen.

Beroepshalve ben ik er de afgelopen jaren vele malen geweest en was vaak enthousiast over het museum en wat er is te zien, zeker als het gaat om de combinaties die tussen Zeeuws erfgoed en (beeldende) kunst worden gemaakt. Het summum daarvan is de huidige - bijna afgelopen - expositie van het Scandinavische duo Henrik Vibskov & Andreas Emenius, dat het hele museum mocht gebruiken om de tiendelige Fringe Projects te etaleren.

Tijdens de opbouw van de expositie ben ik in het museum geweest (zie eerdere blogpost), maar de uiteindelijke tentoonstelling had ik nog niet gezien. Tot vorige week vrijdag en ik moest concluderen dat het museum te ver is doorgeschoten.

Wat Vibskov & Emenius doen, is bijzonder en van internationale allure. Het museum beschouwt het ook als een grote eer dat hun franjeproject in Middelburg wordt voltooid, maar de vraag is wat Zeeland en de museumbezoekers er uiteindelijk mee opschieten. Wie het Zeeuws Museum bezoekt, verwacht iets over Zeeland en het Zeeuwse erfgoed te leren of iets van de provincie te ervaren - op traditionele, eigentijdse of desnoods postmoderne wijze - maar als de kunstenaars al verbindingen met Zeeland leggen, dan zijn die zo miniem dat het maar weinig mensen zal opvallen. Enige uitzondering is het fringe-wandtapijt.

Een gewaagd maar uiteindelijk weinig geslaagd experiment dus, naar mijn mening. Het museum zou toch geen tweede Vleeshal moeten willen zijn. Het zal menigeen deugd doen dat vanaf 20 juni weer 'gewonere' tentoonstellingen te zien zijn, geworteld in Zeeland, over wielrennen, zomerse mode en archeologische vondsten uit de Romeinse tijd.

Toch sloeg bij het verlaten van het museum de twijfel weer toe, toen ik een groep schoolkinderen naar buiten zag komen. Opgetogen vertelden ze hun ouders over de 'fringes'. Die komen nog wel eens een keer terug, dacht ik. En dat is ook wat waard.