maandag 27 september 2010

Het culturele badwater

(foto: Claire L. Evans/Flickr)
Donderdag staat het Zeeuwse cultuurdebat op het programma, waarbij het zal gaan over de ingrijpende bezuinigingen die de sector boven het hoofd hangen (zie ook het Dossier Kaalslag). Aangezien er vooral direct betrokkenen uit het wereldje aanwezig zullen zijn, is de kans groot dat de bijeenkomst uitdraait op een voorspelbaar collectief pleidooi voor het belang - en dus het behoud - van cultuur.

Het probleem is echter de 'buitenwereld'. Buiten de sector zelf is er weinig draagvlak te vinden. Recente internetpolls van PZC en Zeelandnet laten zien dat rond de tachtig procent van de mensen het prima vindt als er op cultuur wordt bezuinigd. Veel liever daarop dan bijvoorbeeld op gezondheidszorg, zo is de teneur. Cultuur is immers 'elitair', een verwijt dat in Zeeland bijvoorbeeld het Nazomerfestival en Film by the Sea regelmatig treft.

Terecht of niet, cultuur wordt maar al te vaak vereenzelvigd met dergelijke, inderdaad wat prestigieuze evenementen, terwijl het overgrote deel van het aanbod daar weinig mee van doen heeft. Cultuurgeld gaat juist in belangrijke mate naar bijvoorbeeld bibliotheken, muziekonderwijs, cultuureducatie, amateurkunst, musea en het behoud van cultureel erfgoed - allemaal zaken waarvan het maar de vraag is of vier op de vijf Zeeuwen daar ook op wil bezuinigen.

Wat ontbreekt - Ton Brandenbarg heeft daar ook op gewezen - is een integrale visie. Wat is er in Zeeland, wat kost het allemaal en wat moet hoe dan ook overeind blijven? Pas dan kunnen echte afwegingen worden gemaakt. Nu is er alleen een soort algemene norm (-20 procent), waardoor iedereen wordt getroffen. Aangezien veel organisaties al kwetsbaar zijn, kan de schade daardoor onevenredig groot zijn. Bovendien moeten zaken ook in samenhang worden bekeken: het muziekonderwijs is gebaat bij professionele gezelschappen (zoals Het Zeeuws Orkest) maar ook omgekeerd, om maar een voorbeeld te noemen.

Dat er gekort gaat worden, lijkt onvermijdelijk en kan in sommige gevallen ook een heilzaam effect hebben (bezuinigen maakt ook creatief). Toch blijft de vraag wat de operatie per saldo oplevert. Het aandeel 'hoge kunsten' is, financieel gezien, relatief klein. De provincie Zeeland steekt bijvoorbeeld jaarlijks 1,5 miljoen euro in allerlei festivals en instanties zoals Het Zeeuws Orkest. Dat is een half procent van de totale begroting. Landelijk gaat nog geen procent van het rijksgeld naar cultuur in brede zin. De winst door cultuurbezuinigingen is dus beperkt, terwijl de risico's groot zijn. Wat eenmaal om zeep is geholpen, komt niet snel meer terug. Er ligt een kwetsbaar kind in dat culturele badwater.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten